Eventverslag_399

OSB-congres laat diepte van schoonmaakbranche zien

Hoe mooi de schoonmaakbranche is? Het OSB-congres  op 22 november voor stakeholders van de branchevereniging gaf daar een antwoord op. Met aandacht voor social return, het verbreden naar andere takken van de facilitaire sport en staatssecretaris Van Ark die in de schoonmaak een bondgenoot zag. 

Plaats van handeling: het Louwman Museum in Den Haag. Daar waar prachtige sportauto’s staan opgesteld om de bezoeker welkom te heten. Voor een gehoor van ongeveer 100 bezoekers, somde OSB-voorzitter Piet Adema de ‘uitdagingen’ op waar ondernemers in de schoonmaak voor staan. “Krapte op de arbeidsmarkt is wel de grootste. De economie draait als een tierelier. We kennen nu achttien maanden op rij economische groei. Dat maakt dat de werkeloosheid met 3,7 procent en 300.000 vacatures erg laag is. Het is moeilijk aan mensen te komen. Het is dan ook belangrijk dat we laten zien aan potentiële werknemers hoe mooi onze branche is. We betalen goed en er is een prachtig carrièreperspectief.”

 

Hoe word je gezond oud in de schoonmaak?

De gesprekken in Den Haag gaan ook over een pensioenakkoord. “Wat daar besproken wordt, onder andere hoe je omgaat met zware beroepen, slaat direct terug op onze sector. Wij zijn zelf ook bezig met projecten over duurzame inzetbaarheid. Hoe word je gezond oud en kun je een bijdrage blijven leveren in de schoonmaak? Ik zie, gezien de krapte en dit vraagstuk, robotisering niet als een bedreiging, maar als een kans. Samen met de vakbonden zoeken we in projecten naar een antwoord. Hoe kunnen automatisering en robotisering bijdragen aan het duurzaam inzetbaar houden van schoonmakers. Let wel, het blijft mensenwerk.” Adema is ook blij dat de Tweede Kamer voor de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt af wil van verschillende quota voor overheid (25.000) en bedrijfsleven (100.000). “Laten we samen de schouders eronder zetten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zinvol werk te geven.”

Foto bij quote - 6:4 verhouding

Staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) sprak haar waardering uit voor de schoonmaakbranche.

Staatssecretaris spreekt waardering uit voor schoonmaakbranche

Staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) sprak haar waardering uit voor de schoonmaakbranche. “Ik ben het afgelopen jaar bij veel schoonmaakorganisaties geweest en zij lieten mij zien hoe betekenisvol ze zijn voor mensen. Van jongeren van het ROC die via Asito aan het werk kunnen bij Schiphol, tot aan een prijs voor duurzame inzetbaarheid bij Hago Next. Dit soort initiatieven laten zien dat we het ons, zeker nu, niet kunnen veroorloven om mensen aan de zijkant te laten staan. Ik spreek dan in het taalgebruik liever niet van mensen aan een baan helpen, maar van ‘we hebben je nodig.’ Waarbij ik als uitgangspunt heb dat werk moet lonen vanuit de positie dat je niet werkt. Daar zijn regelingen primair op gericht. Als mensen met een loonkostensubsidie bij u aan het werk zijn bijvoorbeeld, dan wil ik dat ze merken dat ze aan het werk zijn gegaan.”

 

Werkgevers in de schoonmaak moeten ontzorgd worden

Van Ark vindt ook dat werkgevers “ontzorgd” moeten worden als ze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aannemen. “Nu zie je dat de ene gemeente wel intern een jobcoach heeft, de andere niet. De ene betaalt de loonkostensubsidie uit om de vier weken, de andere om de zes maanden. Ik wil met gemeenten optrekken om tot één infrastructuur te komen, met gelijke, uniforme afspraken.” Als derde vindt de staatssecretaris het belangrijk om partijen bij elkaar te brengen. “Het matchingsproces kan beter. Als u naar de gemeente gaat, is het niet altijd even duidelijk wie er nu in de kaartenbakken zitten. Of welke persoon met een opleiding wellicht wel het werk kan doen.”

Jan Latten, bijzonder hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam, wist met cijfers de tijdsgeest te typeren.

Header foto in kolom - 6:4 verhouding

‘Je bepaalt zelf wat de norm is’

Jan Latten, bijzonder hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam, wist met cijfers de tijdsgeest typeren. “In de jaren zestig was de vader nog een autoriteit, de baas, een vaderfiguur. Anno nu is die autoriteit compleet weg, met pubers die denken ‘laat pa maar kletsen’. Van sober zijn we naar ‘alles kan’ gegaan. We zijn daarmee, onder invloed van secularisering, ook vrijer geworden. In alles. Je bepaalt zelf wel wat de norm is. Genieten is welhaast een levensdoel. Werken voelt als een plicht.” In die tijdsgeest past afbrokkelende zekerheid. “We kennen nu 1,8 miljoen flexwerkers. Van de dertigjarigen heeft 50 procent geen vaste baan meer. Je kent dus ook geen vanzelfsprekende levensloop meer.” In de schoonmaak heeft 73,3 procent een vaste baan tegenover 24,5 procent voor bepaalde tijd. In de top drie van ziekteverzuim van heel Nederland staat psychische klachten op één, gevolgd door griep en klachten aan nek of schouders. Latten: “De concentratie van bestaansonzekerheid heeft impact en concentreert zich bij laagopgeleiden. Daar zie je dat problemen andere problemen aantrekken.”

 

De pool van werknemers van schoonmaakbedrijven verandert

In 2040 zijn babyboomers overleden. Latten verwacht dat tegen die tijd de instroom van migranten is vergroot. “Die instroom is altijd van twintigers. Tel daarbij op dat niet-westerse leerlingen vaker op het mbo terechtkomen.” Daardoor verandert de pool van werknemers van schoonmaakbedrijven, is de verwachting van de hoogleraar. “Werkenden met een migratieachtergrond moeten in de toekomst alles nog vinden. En u bent voor hen een vraagbaak. Daarbij komt dat werkenden vaker met hun problemen bij u komen voor hulp. U moet haast wel hun partner worden om te helpen.”

Eventverslag_400

Vincent de Beer, Gaby Westelaken en Karin van Elten spraken over ondernemen in de schoonmaak.

Vijf ondernemers in schoonmaak betreden het podium

Tijdens het congres betraden maar liefst vijf ondernemers in de schoonmaakbranche het podium: Andreas Post van Post Cleaning, Frank en Daniël van Pelt van ACW, Gaby Westelaken van GWS dé Schoonmaker, Karin van Elten van Glazenwasserij Van Elten en Vincent de Beer van Beercoo Schoonmaakgroep. Post liet in een filmpje een zelf-ontwikkeld innovatief apparaat zien waarmee waterketels bij Vitens aan de binnenkant van kalk kunnen worden ontdaan. “Onder druk gaat de kalklaag breken en valt deze uit elkaar. Vroeger deden we een paar weken over de reiniging van die ketels. Nu is dat teruggebracht naar twee a drie dagen.” Post ziet zichzelf meer als uitvinder dan als ondernemer. “Ik denk dat we het niet moeten hebben van vierkante meters schoonmaak verkopen. Daar zit niet de toekomst.”

 

ACW zoekt verbreding in catering

Frank van Pelt gaf aan dat zijn bedrijf in de crisis naar verbreding zocht. “Een opdrachtgever gaf aan niet blij te zijn met zijn catering. Dat kunnen wij beter, hebben we toen stoutmoedig gezegd. We hebben daar wel kennis voor ingekocht, bijvoorbeeld over HACCP. Hoe het zich verder ontwikkeld, weet ik niet, maar ik ben blij dat we de keuze voor verbreding hebben gemaakt. Of ik een tip kan geven aan andere ondernemers? Blijf niet vast zitten in wat je nu doet. Kijk of er kansen liggen in waar je interesses als ondernemer zitten.” Westelaken vertelde over hoe hij omgaat met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Pamperen heeft niemand wat aan. Dat wil niet zeggen dat je die mensen niet moet begeleiden. Dat kost ook geld, maar als we als ondernemer veel geld hadden willen verdienen, hadden we een andere sector moeten kiezen. Het is mooi om te zien als je medewerkers plezier hebben en trots zijn op hun werk. Dat straalt af op de thuissituatie.”

 

‘Het is hard werken in de schoonmaak’

De Beer introduceerde de smiley manager in zijn schoonmaakbedrijf. “Een functie voor het organiseren van leuke dingen met elkaar, maar ook voor opleidingen, budgetcoaching en taaltrajecten. Het is hard werken in de schoonmaak, dus dan kun je er maar beter voor zorgen dat het werk aangenaam is. We kennen dan ook de familiedag, een topperbeloning en bijeenkomsten als diploma’s worden uitgereikt. Ik geloof dat gelukkige medewerkers ook blije klanten opleveren.” Van Elten vertelde veel tijd en moeite te steken in schuldhulpverlening. “Soms heb je er een dagtaak aan, maar het voelt goed om het financiële plaatje van medewerkers weer op de rit te krijgen.”

Kristel Groeneboom, directeur-eigenaar van Container Service C.Groenenboom, leest voor uit haar eigen boek over vooroordelen.

Eventverslag_401

Vrouwelijke directeur vecht tegen vooroordelen

Kristel Groeneboom, directeur-eigenaar van Container Service C.Groenenboom, schreef een boek over vooroordelen. Ze nam op 23-jarige leeftijd het bedrijf van haar vader over en kreeg sindsdien tal van vooroordelen naar haar hoofd geslingerd. Ze schreef er een het managementboek ‘Mag ik meneer Kristel even spreken?‘ over. Eén van die anekdotes: “Toen ik acht jaar geleden het bedrijf overnam van mijn vader wilde ik een nieuwe heftruck kopen. De vertegenwoordiger van het bedrijf waar we zaken mee deden, vond dat raar, zeker toen ik meldde dat zijn offerte veel te hoog uitviel. Ik kreeg een mail terug: u kunt technische beslissingen beter overlaten aan mannelijke collega’s. Daarna begon hij mijn medewerkers te bellen om zijn gelijk te halen. In de heftruckwereld kom je nauwelijks vrouwen tegen. Dan kun je tegen extreme reacties aanlopen.”

 

‘Maarten, dit is jouw finish’

Als laatste plaatste lange afstandszwemmer Maarten van der Weijden een tafel op het podium. Waar hij beeldend op ging liggen. Om vervolgens te vertellen over het zwemmen van de Elfstedentocht, waar hij het na 55 uur en 163 kilometer op moest geven. “Ik wilde een power nap doen, maar het was gedaan met me. Ik werd misselijk en moest overgeven. Mijn arts maakte zich zorgen. ‘Als je je medicatie niet binnenhoudt, moeten we stoppen.’ Een paar minuten later spuug ik deze ook uit. Waarop de arts tegen mij zegt: ‘Maarten, dit is jouw finish.’ En dat was ook zo. Het was goed zo. Dit was ook de enige manier waarop ik zeker zou weten dat ik het maximale eruit had gehaald.” Zijn vrouw Daisy hield hem tijdens de tocht een spiegel voor. “Ze zei: ‘waar doe je het voor?’ Om de Elfstedentocht af te maken. ‘Nee’, zei ze, ‘om geld binnen te halen voor kankerpatiënten. Hoe langer jij zwemt, hoe meer donaties binnenkomen.’” Dat gaf de lange afstandszwemmer weer moed.

Eventverslag_402

Van der Weijden: “Kruip niet in jezelf als het tegenzit, maar zoek als ondernemer de verbinding.”

Les voor schoonmaakondernemers: kruip niet in jezelf als het tegenzit

Zijn les voor schoonmaakondernemers: kruip niet in jezelf als het tegenzit, maar zoek als ondernemer de verbinding. De ontberingen tijdens zijn zwemtocht maakten indruk, maar nog meer indruk maakte zijn verhaal uit het ziekenhuis. Van der Weijden bracht zijn toehoorders terug naar het moment dat leukemie wordt geconstateerd en artsen het verhaal komen brengen. “In de kamer blijft het stil. Een nachtmerrie is begonnen. Ik zie mezelf liggen. Mijn ouders hebben net gehoord dat hun kind doodziek is. Ik verbreek de stilte met een vraag: ‘Pap, hoe kan het dat ik hier lig?’ Dat vond mijn vader ook een lastige vraag. In de dagen daarna maakte het besef dat ik domme pech heb gehad, de periode draaglijker.” Van der Weijden herstelde van leukemie, maar beseft nog dagelijks dat andere patiënten minder geluk hebben. “Dat voelt niet eerlijk. Waarom ik wel en zij niet? Ik heb er dan ook alles voor over om mensen die dat geluk niet hebben, te helpen. Dat kan ik het beste door met zwemmen geld in te zamelen.”

Fotoreportage

Eventverslag

3/9
Loading ...