Aniceta De Los Reyes (Annie) werkt al ruim een jaar in Amsterdam The Style Outlets. Samen met haar team maakt ze de garage, de winkels, het sanitair en de kantoren schoon van de eerste en enige outlet in de Randstad. Daar komen jaarlijks miljoenen bezoekers op af. “Het is echt teamwerk. We zijn altijd trots als we alle troep die gasten hebben achtergelaten hebben schoongemaakt.”
Tekst: Paula Jansen, Foto: Cor Salverius
Wat doe je allemaal op een dag?
“Ik begin mijn dag rond 12:30 uur in de garage van de outlet, maar ik help ook mee in het winkelgebied en de sanitaire ruimtes. In de garage leeg ik de afvalbakken en maak ik schoon tot alles glanst. Er liggen veel sigarettenpeuken en veel afval dat er helemaal niet hoort. Dingen die mensen uit hun auto halen en achterlaten in de garage. Gewoon hun keukenafval. Eén keer vond ik vijf hamburgerbroodjes uit de vriezer die over de datum waren. Als wij dat niet opruimen, dan vieren de ratten feest.”
Hoe ging dat tijdens corona?
“Ik heb toen gewerkt in een crematorium, omdat de winkels dicht waren. De eerste keer dat ik een overleden mevrouw zag liggen, dacht ik ‘ze is zo mooi, ik ben helemaal niet bang voor haar’. Ik moest altijd kloppen voordat ik ergens naar binnen ging. Als niemand antwoordde, kon ik naar binnen. Want mensen die zijn overleden antwoorden natuurlijk niet. Het was een erg mooie plek.”
Ben je blij om terug te zijn in de Style Outlets?
“Ik ben heel blij dat ik terug ben. We zijn echt een team en we misten elkaar wel. Ons werk is ook echt teamwerk. We helpen elkaar. Als er problemen zijn, dan lossen we het samen stapje voor stapje op of geven we elkaar advies.”
Gasten zien de outlet echt als hun eigen huis.
Laten gasten veel troep achter?
“Gasten zien de outlet echt als hun eigen huis. Je kunt zien dat ze hun tandenpoetsen in de wasbakken, hele gezinnen komen en wassen hun haren. Dan hebben we het net schoongemaakt en kunnen we eigenlijk weer opnieuw beginnen.”
Wat vind je het leukst aan je werk?
Lachend: “De spinnen! Ik mag ze. Je haalt ze gemakkelijk weg, maar ze komen ook weer terug. Dat is hun geheim. Zeker als het licht aan is. Maar ik wil de spinnen niet doodmaken, dus ik denk altijd ‘kom maar weer terug’. Ze helpen met het weghalen van de andere insecten. Er is hier veel water, dus zeker in de zomer hebben we veel muggen. In de winter lost het probleem zichzelf op.”
