Zo’n vijftien jaar geleden kwam de eerste schrobzuigrobot op de markt. Hoewel vijftien jaar ontwikkeling een lange tijd is, sprak men tot voor kort toch nog over het begin van een brede toepassing van schoonmaakrobots. Hoe staan we ervoor? Hebben schoonmaakmedewerkers de robot al omarmd? Heeft de coronapandemie iets veranderd? Service Management ging in gesprek met Guus Nieuwlaat, country director bij BOMA Nederland/BOMA Robotics, en met Bram Karels, commercieel directeur bij Groveko (leverancier van Gaussian Robotics).
Tekst: Inga van Uchelen
lees verder
IStaan we anno 2021 nog steeds aan het begin van de ontwikkeling van schoonmaakrobots? Nieuwlaat zegt het maar meteen: “Er zijn ontwikkelingen genoeg en tegelijkertijd staan we inderdaad nog aan de voet van de berg wat robottoepassingen betreft.” Zo gestaag als de ontwikkeling de afgelopen jaren is gegaan, zo snel verwacht Karels dat de vernieuwingen elkaar de komende jaren zullen opvolgen.
Een robot herkent tegenwoordig een persoon en registreert deze niet meer als obstakel, maar vraagt of de persoon een stapje opzij wil doen.”
Beide leveranciers van schoonmaakrobots zien de toenemende intelligentie van robots als belangrijkste verbetering. Kan een robot intelligent zijn dan? Karels: “Ooit is men begonnen met van een schrobzuigmachine een robot te maken. Maar Gaussian Robotics heeft eerst software ontwikkeld en daar een schoonmaakmachine omheen gebouwd. Deze apparaten zijn daardoor veel intelligenter en doeltreffender. Je kunt álles programmeren; van de druk op de borstels, tot de robot tijdelijk zijn motor uit laten zetten, in verband met het geluid nabij een receptie bijvoorbeeld.”
Ook Nieuwlaat ziet in de intelligentie de grootste verbetering: “De eerste robot-schrobzuigmachines waren machines die je zelf moest programmeren. De huidige schrobzuigrobots navigeren en mappen een gebouw zelf én ze hebben een zelflerend mechanisme. Een robot herkent tegenwoordig bijvoorbeeld een persoon en registreert deze niet meer als obstakel, maar vraagt of de persoon een stapje opzij wil doen.”
Een belangrijke vraag die schoonmaakbedrijven hebben, is of schoonmaakrobots zichzelf al terugverdienen. Nieuwlaat: “Het meest efficiënt werkt een schoonmaakrobot nog altijd op grote, lange oppervlakken waar weinig obstakels zijn, zoals gangen. Dat zie je ook aan de snelheid, die voert de machine dan op.”
Bij Groveko werken ze, naast met koop- en leaseconstructies, met huurkoop. Volgens Karels is op die manier de stofzuigrobot al renderend bij een stofzuigtaak van amper een uur per dag. Voor de schrobzuigrobot moet je een taak van minimaal 80 minuten per dag hebben, om deze rendabel te laten zijn. “De huurkoopoptie is inclusief service, software-updates, onderhoud en onderdelen. Je ontvangt van iedere taak een rapport en de machine is na 4 jaar jouw eigendom.”
De twee leveranciers zijn het erover eens dat robots bijdragen aan een duurzamere inzetbaarheid van medewerkers. Volgens hen is dat misschien wel het grootste voordeel van de inzet van robots voor de schoonmaakbranche. “Ook schoonmakers moeten door tot hun 67e, zegt Nieuwlaat. “De laatste 15 jaar daarvan is lastig als je nog honderden meters moet moppen en stofzuigen. Dat is zwaar werk en ben je snel beu. Met robots maak je de branche duurzamer en aantrekkelijker. Je kunt het zo organiseren dat in een zorginstelling schoonmakers alleen nog rond het bed van een patiënt schoonmaken, terwijl de robot de grote meters doet. Het is dus niet robot erin, mens eruit. Dat zal nooit gebeuren. Maar de zwaarste taken kan een extra ‘teamlid’ uitvoeren. En aangezien 60 tot 70 procent van het schoonmaakwerk uit vloeronderhoud bestaat, is daar het grootste effect van robots merkbaar.”
Voor de huidige arbeidsmarktkrapte kunnen de schoonmaakrobots ook een oplossing bieden, zegt Karels. “Robots vervangen geen mensen maar taken. Een van onze klanten is een wellnesscentrum, daar is een grote diversiteit aan vloeren. Alles moet voor 9.00 uur ‘s morgen schoon zijn en je kunt pas na 22.00 uur beginnen. Dat gebeurt nu met een robot die door de nachtportier wordt aangezet. De robot rijdt tussendoor zelf naar het docking station, laadt weer op, tankt vies water eruit en nieuw erin.”
“We moeten niet angstig zijn", vervolgt hij. “Er is een mega krapte op de arbeidsmarkt en we hebben te maken met vergrijzing. Mensen die uren overhouden, kunnen op een ander pand worden ingezet of kunnen andere – minder zware – taken krijgen. Zo heeft een schoonmaker bij een van onze klanten het beheer van de vendingmachines erbij gekregen. Dat vindt hij leuk. Ik zie het als een verschuiving van werkgelegenheid. Zo hebben wij op dit moment een vacature voor een servicemonteur, volledig gericht op robotisering.”
Met robots ga je dus anders werken en anders je diensten verlenen. Hoe neem je schoonmaakmedewerkers hierin mee? “De schoonmaker wordt eigenlijk de leidinggevende van de robot. Meestal benoemen wij samen met het schoonmaakbedrijf een operator, iemand die met de machine moet gaan werken", zegt Nieuwlaat. Hij voegt daaraan toe: “Dat gaat niet altijd vanzelf want niet iedere schoonmaker ziet zichzelf een schoonmaakrobot bedienen. Mensen zijn onzeker en vragen zich af of het niet te technisch is. Degene die ermee gaat werken en zijn of haar leidinggevende krijgen een opleiding. De schoonmaakmedewerker moet kunnen zeggen: ik wil nu dat je zone a, b of c schoonmaakt. Het is zijn gereedschap.”
Het is niet robot erin, mens eruit. De zwaarste taken kan een extra ‘teamlid’ uitvoeren.”
“Wij hebben gekozen voor een demoteam en een implementatieteam”, zegt Karels. “Het vraagt tijd om een robot goed z’n werk te laten doen. In het begin kan de robotinzet nog een paar keer gefinetuned worden. De mensen die de robots gaan bedienen, krijgen een certificaat. Daar zijn ze trots op. Bijna alle robots krijgen vervolgens een naam en in het ontwerp oogjes, of bijvoorbeeld een stropdas.” Nieuwlaat heeft ook die ervaring: “Bij een van onze klanten gaven teamleden aan bang te zijn voor hun uren. We hebben hier samen met het midden en hoger management goed over kunnen communiceren. Dat helpt om een brug te kunnen maken. Onze Lionsbot is daar inmiddels in het team ‘opgenomen’. Ook zij hebben hem een andere naam gegeven: Billie. Hij kreeg een pasje en een warm welkom. We zien nu bij het uitlezen van deze machine dat deze efficiënt wordt ingezet: elke dag 4 tot 5 uur.”
Als laatste: heeft corona nog effect gehad op de beleving bij, of de ontwikkeling van, schoonmaakrobots? Nieuwlaat constateert dat het binnenklimaat belangrijker is geworden: “Met een sledestofzuiger is men nog weleens geneigd zich te beperken tot tippend stofzuigen. Terwijl: stofzuigrobots stofzuigen iedere dag van plint tot plint. Er is een veel actievere reiniging van je tapijt met als resultaat minder fijnstof. Steeds meer facility managers vinden dit belangrijk.” Karels: “Stofzuigen is fysiek zo’n zware taak, dat schoonmakers op sommige locaties regulier stofzuigen wel moeten afwisselen met tippend stofzuigen. Als je daar dan een stofzuigrobot inzet, weet je niet wat je ziet.”
De huidige generatie intelligente schoonmaakrobots staat in de startblokken. Zij kunnen een belangrijke rol gaan spelen in de schoonmaakbranche, want zij bieden potentieel een oplossing voor twee grote uitdagingen: de nog altijd hoge lichamelijke belasting van medewerkers en de krapte op de arbeidsmarkt. Robots nemen belastende en tijdrovende taken over waardoor medewerkers gezonder én voor andere taken inzetbaar zijn. En dat kan weer een oplossing zijn voor de vele vacatures.