Achter het ‘kleine kamertje’ gaat een hele wereld schuil, vol met innovaties en ontwikkelingen. Bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, hygiëne, digitalisering en beleving. Want dat zijn op dit moment dé trends die de Nederlandse toiletten domineren, zegt Bob Hofkamp, Head of Marketing en Sales bij CWS.
Lees verder
Het hygiënebewustzijn is de afgelopen jaren met dank aan de coronapandemie flink vergroot. “Drie jaar geleden was dat er nog niet”, begint Hofkamp het gesprek. “Maar opeens is het niet meer zo vanzelfsprekend dat we gezond blijven. Pas door het coronavirus werd het algemeen bekend dat veel ziektes worden overgedragen via de handen, waardoor men de laatste tijd veel bewuster bezig is met handhygiëne.”
Het verhoogde belang van hygiëne en handhygiëne vertaalt zich duidelijk door naar de wensen voor de sanitaire ruimte. “Zo zijn no touch-oplossingen mateloos populair. Dus kranen en dispensers die je niet met je handen hoeft aan te raken. Bijkomend voordeel van sensorkranen is dat ze waterbesparend zijn, doordat de kraan niet meer onnodig aanstaat terwijl de gebruiker de handen met zeep insmeert.”
Ook ziet Hofkamp de populariteit van toiletbrilreinigers toenemen. “Mensen willen nu eenmaal zeker weten dat ze op een schone bril kunnen zitten. Dat geeft een gevoel van veiligheid.” Opvallend is dat aan het begin van de pandemie de vraag naar alcoholgels de pan uit rees, maar volgens Hofkamp is dat inmiddels genormaliseerd. Op het gebied van handzeep lijkt de vloeibare variant van het toneel verdwenen. “Tegenwoordig zie je bijna alleen nog maar foam. Deze vorm is vooral populair, omdat het een stuk zuiniger is. De zeep wordt als het ware opgeblazen tot schuim, waardoor je er een stuk minder van nodig hebt. Daarnaast spoelt het makkelijker van de handen. Dat scheelt weer water.”
Zowel bezoekers als medewerkers van bedrijven accepteren het tegenwoordig niet meer als ze ergens hun handen willen wassen en de zeep op blijkt te zijn. “Dat is echt not done”, stelt Hofkamp. “We zien dan ook steeds meer vraag naar dispensers die data leveren. Zodat bijvoorbeeld de schoonmaakploeg een melding krijgt als de automaat bijna leeg is. Daardoor kunnen ze op tijd actie ondernemen en grijpen de toiletbezoekers nooit meer mis. Daarnaast zorgt het er ook voor dat de schoonmaakmedewerkers niet meer onnodig langs alle toiletten hoeven te lopen om te controleren of er nog genoeg zeep en toiletpapier aanwezig is. Dat scheelt veel tijd.”
Hij legt uit: “Zodra een zeepdispenser het seintje geeft dat hij leeg is, dan maakt hij nog gebruik van een reserve-reservoirtje. De zak waar de zeep in zat, is dan al wel leeg en kun je weggooien, maar er is voor de zekerheid nog wel een beetje zeep beschikbaar voor het geval dat nodig blijkt. Toen medewerkers namelijk nog wel zelf elke dag al die dispensers moesten checken, gebeurde het vaak dat de zeep bíjna op was als ze kwamen kijken. Voor de zekerheid vervingen ze dan toch die zeep en werd de oude zak weggegooid. Terwijl daar dus nog gewoon wat in zat. Dat is hartstikke zonde.” De data uit de dispensers geven meteen inzicht in hoeveel zeep er gebruikt wordt.
Daarmee komen we op het onderwerp duurzaamheid. Of we dat echt een trend kunnen noemen valt te bezien, aangezien het inmiddels al heel wat jaren hoog op de agenda staat én dat de komende tijd ook wel zal blijven. Desalniettemin is het een enorm belangrijk aspect, wat ook in de sanitaire ruimte heel veel aandacht krijgt. Hofkamp: “Als we het over duurzaamheid hebben, dan is het volgens mij belangrijk om naar het héle proces te kijken en om je niet blind te staren op alleen dat ene product. De dispensers kunnen nog zo duurzaam zijn, maar als die bij wijze van spreken worden geleverd door een hartstikke vervuilende vrachtwagen of na twee jaar al op de vuilnisstapel worden gegooid, dan heeft dat weinig effect.
De levensduur van producten is dan ook erg belangrijk, stelt Hofkamp. Want ook recyclen laat een afdruk achter; het product moet vervoerd worden, er zijn machines nodig om het tot granulaat te vermalen, et cetera. “Hoe langer iets meegaat, hoe minder snel je het hoeft te recyclen. Dus dat je een dispenser bijvoorbeeld makkelijk kunt repareren in plaats van hem direct weg te gooien.”
Hij begint over de katoenrollen die bedoeld zijn voor het drogen van de handen. “Met 1 rol kun je gemiddeld 110 keer je handen drogen. Vervolgens wordt de rol gereinigd in onze wasserij en daarna kun je hem opnieuw gebruiken. Een rol kan zo’n 220 keer gewassen worden zonder kwaliteitsverlies. Pas na meer dan 200 keer wassen, verliest het katoen kwaliteit. En mocht er in de tussentijd toch een slijtageplekje ontstaan, dan wordt de rol hersteld. Als het echt niet meer te repareren is, dan geven we het katoen een nieuwe kans als poetsdoek.” Hofkamp merkt een flinke toename in de vraag naar katoen. “De prijs van papier is enórm gestegen. Dat merken de klanten ook. Katoen biedt een betaalbaar, duurzaam en hygiënisch alternatief.”
Als laatste vertelt Hofkamp over het grote belang van beleving. “Je kunt nog zo’n schoon toilet hebben, maar als het niet fris ruikt, dan denken mensen alsnog dat het onhygiënisch is. Of stel dat je een verouderde sanitaire ruimte hebt, die niet zo mooi is maar wél fris ruikt. Dan denken mensen al snel dat het ‘tenminste wel schoon’ is. Terwijl je dat helemaal niet kunt weten, tenzij je echt een bacteriologische test zou doen. Bepaalde geuren zorgen voor een bepaald gevoel.” Hij vervolgt: “Beleving moet je niet onderschatten. Vooral omdat het toilet en de beleving daarvan mede bepalend zijn voor de uitstraling van jou en je bedrijf. Als iemand voor het eerst bij jou over de vloer komt en een stinkend toilet aantreft, dan laat je echt geen goede indruk achter. Een mooi, fris en net toilet kan echt iets positiefs bijdragen. Niet alleen voor gasten, maar ook voor medewerkers.”