Nieuws

Minder faillissementen ondanks corona: 48 schoonmaakbedrijven failliet in 2020

Eerder stoppen met werken? Dat kun je vanaf nu aanvragen

Opmerkelijk: 80-jarige glazenwasser lapt nog steeds ramen

Schoonmaker op een na slechtst betaald beroep

Infectiepreventie kleine instellingen gehandicaptenzorg kan beter


Header foto in kolom - 6:4 verhouding

Minder faillissementen ondanks corona: 48 schoonmaakbedrijven failliet in 2020

faillissementen


In 2020 zijn er in totaal 48 schoonmaakbedrijven failliet verklaard. Dat is een lichte daling ten opzichte van 2019. Toen waren er 49 faillissementen in de schoonmaakbranche. Ook in andere branches daalde het aantal faillissementen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 

In totaal werden 2.703 bedrijven failliet verklaard in het afgelopen jaar, waarvan 48 in de schoonmaakbranche. Dat is het laagste aantal faillissementen in twintig jaar. Het CBS meldt dat de daling van het aantal faillissementen in coronatijd niet los te zien is van de noodsteun van de overheid.

 

Sterkste daling faillissementen in de handel

In de meeste bedrijfstakken daalde het aantal faillissementen. Absoluut gezien was de daling van het aantal faillissementen in de handel het sterkst. Daar nam het aantal af van 730 in 2019 naar 581 in 2020, een daling van 149. De horeca had echter te maken met de sterkste stijging; 39 faillissementen meer. In de logiesverstrekking (o.a. hotels) steeg het aantal faillissementen met 25 en bij de eet- en drinkgelegenheden (o.a. restaurants en cafés) met 14. Vooral in het tweede kwartaal van 2020 zijn relatief veel faillissementen uitgesproken in de horeca.

 

In bijna alle provincies minder bedrijven failliet

In tien van de twaalf provincies zijn in 2020 minder bedrijven failliet verklaard dan in 2019. Het grootst was de daling in Zuid-Holland met 101 bedrijven (16 procent). Relatief gezien was de grootste daling in Utrecht met 33 procent. Zeeland had daarentegen de grootste stijging, zowel absoluut (19) als relatief (39,6 procent). De provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Noord-Holland tellen de meeste bedrijven.

Naar boven

 

Eerder stoppen met werken? Dat kun je vanaf nu aanvragen

Nieuws_642


Schoonmaakwerk is lichamelijk zwaar werk. Daarom hebben cao-partijen afgesproken dat werknemers in de schoonmaak- en glazenwassersbranche eerder kunnen stoppen met werken of minder kunnen gaan werken.

De werknemer ontvangt dan tot de AOW-leeftijd een uitkering via de RAS voor de uren die hij/zij niet meer werkt. De regeling is op 1 februari 2021 van start gegaan.

 

Voorwaarden in het kort

Werknemers kunnen gebruik maken van deze regeling als ze:

  • geboren zijn tussen 1 oktober 1954 en 31 december 1955;
  • in de periode van 1 januari 2021 t/m 31 juli 2021 de aanvraag doen;
  • minimaal tien jaar aaneengesloten werkzaam zijn in de schoonmaakbranche;
  • 20 uur per week of meer werkzaam zijn en ze volledig willen stoppen met werken;
  • 32 uur per week of meer werkzaam zijn en gedeeltelijk willen stoppen met werken;
  • onder het  A-, B- of D-deel van de cao voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche vallen.

 

De hoogte van de uitkering

Een werknemer kan voor de uren die hij of zij niet meer werkt een uitkering aanvragen bij de RAS. De uitkering is maximaal € 1766,67 bruto per maand. Op jaarbasis is dat maximaal €21.200. Als de werknemer gedeeltelijk stopt met werken ontvangt hij of zij een (lager) bedrag naar rato.

WAAR MOET IK ZIJN?
Meer informatie over de regeling, het aanvraagformulier en andere relevante informatie is te vinden via: www.ras.nl/esmw 

Naar boven

 

 
 

Opmerkelijk: 80-jarige glazenwasser lapt nog steeds ramen

Nieuws_643


Glazenwasser Bart van Heuvelen zorgt al 57 jaar voor heel wat schoongepoetste ramen in de wijk Elsrijk in Amstelveen. In januari vierde hij zijn tachtigste verjaardag. Reden voor het Amstelveens Nieuwsblad om de glazenwasser op te zoeken.

In maart 1964 stapte Bart voor het eerst op de ladder in de toen nog jonge wijk Elsrijk. Amstelveen was toen nog een stuk kleiner. Het politiebureau aan de Gerard Doulaan was in aanbouw en wie een paar straten liep, zag de koeien in de wei staan.

 

Aan stoppen denkt hij nog niet

Aan stoppen denkt Bart nog niet. Zoon Robert, die ook glazenwasser is, hielp zijn vader al van jongs af aan. Inmiddels heeft hij de zaak overgenomen en wordt hij bijgestaan door vader Bart. Van Heuvelen senior besloot afgelopen zomer een stapje terug te doen. “Het risico om van de ladder te vallen en iets te breken is te groot op mijn leeftijd”, vindt hij. Maar hij helpt nog steeds. Bij de huizen waarvan de ramen gewassen zijn, moet tenslotte ook geld opgehaald worden. Geeft hem meteen de gelegenheid om een praatje te maken.

 

(Bron: Amstelveens Nieuwsblad)

Naar boven

 
 
 
 

Schoonmaker op een na slechtst betaald beroep

Nieuws_644


Loonwijzer maakte een overzicht met de best en slechtst betaalde beroepen in Nederland. Schoonmaak kwam hier niet positief uit de bus. Het blijkt het op één na slechtst betaalde beroep. Alleen horecamedewerkers hebben gemiddeld een lager uurloon.

Loonwijzer baseerde het overzicht op wat Loonwijzer-bezoekers in Nederland het afgelopen jaar invulden in de Loonwijzer Salaris Enquête en Loonwijzer Salaris Check. Loonwijzer schrijft op haar site dat leren en meer verdienen hand in hand gaan. Hoe meer opleiding je volgt, hoe meer salaris je kunt verdienen.

 

De lonen in het overzicht betreffen gemiddelde bruto-uurlonen:

  • Horecamedewerker (€11,76 per uur)
  • Schoonmaker van kantoren en scholen (€11,82 per uur)
  • Assistent-bedrijfsleider kledingwinkel (€12,12 per uur)
  • Magazijnmedewerker (€12,22 per uur)
  • Verkoopmedewerker winkel, supermarkt (€12,42 per uur) ·        
  • Callcentermedewerker (€12,43 per uur)
  • Kapper (€12,93 per uur)
  • Leidinggevende keuken of catering (€13,00 per uur)
  • Restaurantkok (€13,14 per uur)
  • Receptionist (€13,61 per uur)
  • Medewerker klantenservice (€13,80 per uur)
  • Automonteur (€14,00 per uur)
  • Vrachtwagenchauffeur (€14,04 per uur)
  • Beveiliger (€14,17 per uur)
  • Elektromonteur (€14,41 per uur)

Naar boven

 
 
 
 

 

 

Infectiepreventie kleine instellingen gehandicaptenzorg kan beter

Nieuws_645


Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet dat kleinschalige instellingen in de gehandicaptenzorg steeds meer aandacht hebben voor infectiepreventie. Sinds de uitbraak van het coronavirus is dit verbeterd, maar ze kunnen en moeten er nog meer aan doen. Zo blijkt dat driekwart van de instellingen niet de goede desinfectiemiddelen gebruikt.

Zorgverleners moeten zich nog meer bewust worden (en blijven) van het belang van goede infectiepreventie, bijvoorbeeld bij het gebruik van handschoenen of bij het schoonmaken. Het management moet de zorgaanbieders hierin ondersteunen door beleid, scholing en (de juiste) middelen. De instellingen hebben veel aandacht voor de persoonlijke hygiëne van hun bewoners en ondersteunen daarbij ook. Maar de hygiëne en schoonmaak kunnen beter, bijvoorbeeld door de juiste desinfectiemiddelen te gebruiken. Dat zijn conclusies van de IGJ na een onderzoek bij twintig kleine instellingen in de gehandicaptenzorg. Ze bieden 24-uurszorg aan cliënten die voorzieningen als de woonkamer, keuken en vaak ook sanitaire ruimtes delen.

 

Verbeteringen en aanbevelingen

De verbeteringen die de inspectie aandraagt zijn vaak snel door te voeren, want veel kennis is algemeen voorhanden. Een greep uit de conclusies en aanbevelingen: ·        

  • Algemene hygiëne bewoners en zorgverleners: er is veel aandacht voor de persoonlijke hygiëne van bewoners. Zorgverleners moeten wel de goede producten voor handhygiëne gebruiken en goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste manier gebruiken.
  • Medische en verpleegkundige zorg: verpleegkundige zorg wordt meestal hygiënisch verleend. Medicijnen worden afgesloten en droog bewaard, maar na opening is meer controle nodig op de houdbaarheidsdatum. De helft van de bezochte instellingen heeft een protocol voor prik-, bijt-, snij- en spatincidenten en algemene protocollen voor infectiepreventie.
  • Schoonmaak en desinfectie, bouw en inrichting: de manier van schoonmaken kan beter, met scheiding van schoon en vuil materiaal en de vloeren vrij van obstakels. Driekwart van de instellingen gebruikt niet de goede desinfectiemiddelen. Over luchten en ventileren zijn in driekwart van de instellingen afspraken gemaakt.
  • Goed bestuur: bij kleine instellingen is het systematisch zorgen voor het verbeteren van de infectiepreventie nog onvoldoende georganiseerd, bijvoorbeeld met regelmatige audits, trainingen of een speciale functionaris die zich bezighoudt met infectiepreventie. Onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling tussen collega-instellingen kan helpen om tot verbeteringen te komen.

Naar boven

Nieuws (vervolg)

Nieuws

4/21
Loading ...